Bij adviesrapporten verricht de reclasseringswerker een onderzoek naar de persoonlijke- en milieuomstandigheden rondom verschillende leefgebieden van de verdachten en veroordeelden. Uitgaande van dit onderzoek worden de criminogene factoren belicht en een risico-inventarisatie uitgevoerd. Op basis hiervan wordt een inschatting gemaakt van de recidivekans en een advies opgesteld voor de betrokken ketenpartner. Voorbeelden van adviezen zijn: het volgen van een leerstraf, het onder toezicht stellen van de persoon, psychologische begeleiding of een contactverbod.
Adviesrapporten dienen als hulpmiddel voor de instantie(s) die in de desbetreffende zaak een beslissingen moet nemen.
Quickscanrapport
Een Quickscanrapport is een rapport waarin milieu- en persoonlijke omstandigheden van een verdachte kort worden beschreven nadat de persoon is aangehouden. Het gaat hierbij om het inventariseren van de huidige informatie over verschillende leefgebieden van de persoon. Het rapport beoogt een inzicht te geven in hun criminogene factoren om een inschatting te kunnen maken van hun recidivekans. Het accent hierbij ligt op het heden. De reclasseringswerker adviseert hierin ook of een reclasseringstraject geïndiceerd is. Het rapport wordt vervolgens aan het Openbaar Ministerie (OM) verstuurd. De uiteindelijke beslissing over de afhandeling van de zaak ligt bij het OM.
In het geval van minderjarigen worden in principe alle minderjarigen, via de Jeugd- en Zedenpolitie (JZP), de politiewacht en/of ouders, bij SRJA gemeld. SRJA stelt vervolgens ambtshalve een Quickscanrapport op. Hiervoor heeft de reclasseringswerker ook de ouders/gezagdrager(s) nodig. Quickscanrapporten voor minderjarigen worden opgemaakt door piketmedewerkers. De piketmedewerker is aangewezen om binnengekomen Quickscanrapporten te maken, dit is een intern roulatiesysteem.
Quickscanrapporten van meerderjarigen worden alleen op verzoek van het OM opgesteld.
Reclasseringsrapport
Een Quickscanrapport is een rapport waarin milieu- en persoonlijke omstandigheden van een verdachte kort worden beschreven nadat de persoon is aangehouden. Het gaat hierbij om het inventariseren van de huidige informatie over verschillende leefgebieden van de persoon. Het rapport beoogt een inzicht te geven in hun criminogene factoren om een inschatting te kunnen maken van hun recidivekans. Het accent hierbij ligt op het heden. De reclasseringswerker adviseert hierin ook of een reclasseringstraject geïndiceerd is. Het rapport wordt vervolgens aan het Openbaar Ministerie (OM) verstuurd. De uiteindelijke beslissing over de afhandeling van de zaak ligt bij het OM.
In het geval van minderjarigen worden in principe alle minderjarigen, via de Jeugd- en Zedenpolitie (JZP), de politiewacht en/of ouders, bij SRJA gemeld. SRJA stelt vervolgens ambtshalve een Quickscanrapport op. Hiervoor heeft de reclasseringswerker ook de ouders/gezagdrager(s) nodig. Quickscanrapporten voor minderjarigen worden opgemaakt door piketmedewerkers. De piketmedewerker is aangewezen om binnengekomen Quickscanrapporten te maken, dit is een intern roulatiesysteem.
Quickscanrapporten van meerderjarigen worden alleen op verzoek van het OM opgesteld.
Voorwaardelijke Invrijheidsstelling (VI) rapport
Een Voorwaardelijke Invrijheidsstelling (VI) is een mogelijkheid van een veroordeelde om na 2/3 deel van de strafperiode (en ten minste 9 maanden) in de gevangenis te hebben gezeten in aanmerking te komen om vroegtijdig de gevangenis te kunnen verlaten onder bepaalde voorwaarden.
Op het moment dat een gedetineerde een verzoek voor VI indient, brengt SRJA een VI rapport uit aan het Centraal College voor de Reclassering omtrent de gedetineerde en de eventuele aandachtspunten voor begeleiding na ontslag uit Dienst Gevangeniswezen Aruba (DGWA). Het Centraal College voor de Reclassering stelt op basis van de adviezen van DGWA en SRJA een eigen advies op gericht naar de Minister van Justitie. De Minister neemt een beslissing rekening houdend met de ingewonnen adviezen en produceert een Ministeriële Beschikking (MB) waarin de beslissing wordt verwerkt en eventuele voorwaarden worden vastgelegd.
Verlof/werkverlof en gratie rapport
Verlof is de mogelijkheid van een gedetineerde om in de laatste fase van hun detentie tot een maximum van 6 keer naar huis te gaan ter bevordering van resocialisatie en herintegratie.
Bij werkverlof krijgt de gedetineerde de kans om tijdens de periode van detentie tijdelijke buiten de instelling werk te verrichten ter bevordering van de herintegratie in de arbeidsmarkt.
Gratie is het recht van elke burger om vermindering, verandering of kwijtschelding van een straf of maatregel die de strafrechter heeft opgelegd te verzoeken. Gratie wordt verleend door de Gouverneur van Aruba en er gelden strikte voorwaarden hiervoor.
Bij alle drie deze rapporten stelt SRJA een advies op rekening houdend met de mate van resocialisatie, risicofactoren en kans op recidive.